Anniek: Geen enkele dag is hetzelfde
Anniek werkt als beleidsadviseur voor team GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) en heeft een piketfunctie als informatiemanager CoPI (Commando Plaats Incident). Ze vertegenwoordigt de geneeskundige kolom bij de werkgroep MOTO (multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen).
Aan de hand van foto’s, terug te zien op ons Instagramaccount in de highlight ‘Volg collega’s’ laat Anniek zien wat haar werk inhoudt. Tijdens deze volgdag was Anniek oefenleider voor MOTO en stonden de CoPI oefeningen centraal.
Vertel eens Anniek, wat vind je het leukste aan je werk?
“Het leukste vind ik de enorme afwisseling.” Anniek lacht: “Dat klinkt heel cliché, maar ik heb écht een hele afwisselende functie. Alleen al tijdens mijn werk voor MOTO is letterlijk geen dag hetzelfde. De ene dag ben ik oefenleider, terwijl ik de volgende oefening tegenspel bied en dus heel operationeel bezig ben. Weer een andere oefening doe ik zelf als crisisfunctionaris mee, want iedereen moet natuurlijk vakbekwaam blijven. Eigenlijk alle onderdelen van de verschillende crisisteams komen naar voren tijdens de verschillende oefeningen en trainingen. Daardoor zie en spreek ik veel verschillende mensen en heb ik een goed beeld van de hele crisisorganisatie. Ik weet heel goed wat mijn collega’s en de partners doen en dat maakt deze functie extra interessant.”
Medische hulp Oekraïense vluchtelingen
Voor team GHOR ben ik niet alleen degene die aansluit bij MOTO, maar ben ik ook als beleidsadviseur werkzaam. Op dit moment steken we veel tijd in de Oekraïne-crisis. We zijn zelf geen zorgverlener, maar het is wel onze taak om zorg-gerelateerde informatie tussen de gemeenten en de opvanglocaties zo gestroomlijnd mogelijk te laten verlopen. De vragen die wij krijgen lopen enorm uiteen. Mensen vragen zich bijvoorbeeld af hoe te handelen bij een corona uitbraak op de opvanglocatie, welke infectieziektes voorkomen in Oekraïne, of hoe huisartsen kosten kunnen declareren wanneer iemand geen zorgverzekering heeft. Überhaupt is het de vraag hoe de huisartsenzorg voor alle vluchtelingen vorm kan krijgen. We signaleren de knelpunten qua zorg en koppelen de juiste organisaties aan de gemeenten. Het GHOR-team is met momenteel acht collega’s vrij klein, dus het is af en toe best een uitdaging om alle ballen hoog te houden.”
Informatiemanager CoPI
“Naast deze functies heb ik ook een piketfunctie als Informatiemanager CoPI. Wanneer er sprake is van een groot incident of crisis dan komt de crisisorganisatie bij elkaar en dan is het mijn taak om overzicht te creëren. Elke hulpdienst of partner brengt verschillende informatie mee. De ambulance kan bijvoorbeeld iets vertellen over slachtoffers en de brandweer weet bijvoorbeeld of er gevaarlijke stoffen in het spel zijn. Zo heeft iedere kolom een stukje van de puzzel en het is mijn taak om de puzzel te leggen. Het totaalplaatje moet continu in kaart worden gebracht en kenbaar worden gemaakt. Elk crisisoverleg start ik met een presentatie waarbij ik het actuele beeld schets. En daar wordt vervolgens een strategie aan gekoppeld om de crisis zo goed mogelijk te bestrijden.”
Zo realistisch mogelijk oefenen
Even terug naar jouw rol als oefenleider MOTO. Wat komt er allemaal kijken bij het organiseren van een oefening?
“Vooraf bepalen we welke crisisfunctionarissen we trainen en welke oefendoelen daar bij horen. Deze oefendoelen zijn heel divers en variëren van het oefenen van ons crisisplan tot bepaalde risico’s, zoals een cyberaanval. Vervolgens zoeken we crisispartners waarmee we samen kunnen werken en we bedenken een scenario. Dat laatste vergt wel creativiteit. Soms komt er input vanuit de organisatie, maar geregeld krijgen we daar volledige vrijheid in. De oefening moet realistisch zijn en aansluiten bij de risico’s die spelen in onze regio. Een aardbeving is bijvoorbeeld geen logisch risico in onze regio, dus dat zullen we niet snel oefenen. Daarnaast moet het scenario genoeg te bieden hebben voor alle deelnemers. Elke deelnemer van de oefening heeft een andere crisistaak, dus er moet voor iedereen een uitdaging inzitten. Een “gewone” brand kan heel heftig zijn, maar niet genoeg uitdaging voor alle deelnemers bieden. We moeten dus echt groot en creatief denken.
Verder bestaat het organiseren van een oefening uit behoorlijk wat regelwerk. Daar komt veel bij kijken. Van het regelen van genoeg deelnemers, tegenspelers, locaties en eventuele partners tot portofoons met juiste gespreksgroepen, catering én een goede evaluatie. Vooraf bedenken we al hoe we de oefening gaan evalueren. Dit is eigenlijk het belangrijkste onderdeel van de hele oefening. Tijdens de oefening kunnen we meekijken met de crisisoverleggen via een cameraverbinding en sturen we bij indien nodig. Tijdens de oefening zelf speelt de aankleding een belangrijke rol. Door middel van maquettes, foto’s en video’s wordt de oefening zo realistisch mogelijk neergezet. Een goede voorbereiding is dus belangrijk.
Elke oefening begint met een briefing waarin alle praktische details aan bod komen. Naast het programma van die dag geven we ook aan wat de crisisfunctionarissen kunnen verwachten. Eén van de belangrijkste dingen waar we rekening mee moeten houden is dat we altijd uitruk-gereed blijven. Als de pieper voor een echt incident gaat, wordt de oefening stil gelegd en volgt de no play procedure. Dit wordt altijd verteld in de briefing. Zo moet de MCU (Mobiele Commando Unit, de mobiele crisisruimte van de hulpdiensten) waar we in oefenen in geval van nood altijd uit kunnen rukken. Dit is nog niet vaak gebeurd maar we moeten natuurlijk altijd voorbereid zijn op het echte werk.”
Houd onze Stories in de gaten. Binnenkort volgt er een andere collega!