Brandweerinzet bij explosie in Zutphen
In Zutphen vielen op 24 augustus rond 16.30 uur drie gewonden bij een explosie in een appartementencomplex. Door de explosie raakte het pand zwaar beschadigd. Een deel van de gevel van het pand werd weggeblazen. Ook raakte het dak beschadigd. Officier van Dienst Brandweer Edwin Schenk en teamleider Specialisme Technische Hulpverlening (STH) Jeroen Mulder vertellen over hun inzet.
Bij het incident werden meerdere brandweerploegen gealarmeerd. Officier van Dienst Brandweer (VNOG) Edwin kwam ook snel ter plaatse en vertelt: “Bij dit incident kwamen een paar dilemma’s naar voren. In samenwerking met de bevelvoerders en de politie bespraken we tot hoe ver onze kennis en het materieel op dat moment reikte. Die dilemma’s vroegen om een specialistische inzet. Hoe kunnen we onze actie in tijd en tempo wegzetten? Bijvoorbeeld om te controleren of nog iemand onder puin lag. Ook moest de omgeving veiliger worden gemaakt voor politie, brandweer en andere hulpverleners. Zo kwam de snelle inzet van politiehonden en vanuit brandweer STH ter sprake.”
Specialistische teams
Het werken op locaties waar instortingsgevaar dreigt, vraagt veel kennis en expertise. Bouwtechnisch inzicht, een sterk ontwikkeld analytisch vermogen en oplossingsgericht werken zijn belangrijke vaardigheden. Daar worden onze collega’s, zowel beroeps als vrijwillig, van het Specialisme Technische Hulpverlening speciaal op getraind. Een STH-team bestaat uit vijf reddingswerkers, twee logistiek ondersteuners, een plaatsvervangend teamleider en een teamleider. In Nederland zijn er vijf STH-teams, waarbij in dit geval team Oost werd gealarmeerd. Zij hebben Zwolle als standplaats. Edwin vervolgt: “Die teams en hun teamleider hebben een langere aanrijtijd. Ik zocht dus eerst contact met teamleider Jeroen Mulder. Ik overlegde over de situatie ter plaatse en stuurde hem enkele foto’s. Hij zou naar de incidentlocatie komen voor verdere beeldvorming en overleg, de rest van team STH zou op uitgangsstelling naar kazerne Zutphen komen. Ondertussen was er ook al contact met Liander over de gasuitstroom. Tegen de tijd dat het STH en de honden konden worden ingezet, zou de gaslekkage gestopt moeten zijn. Op basis van eerdere metingen bleek namelijk dat er een verhoogde concentratie gas aanwezig was.
Samen een plan maken
Jeroen kwam tegelijk met de politiehonden ter plaatse. Liander had toen inmiddels de gasleiding af kunnen sluiten. De gas meetwaarden liepen hierna snel terug. De teamleider van de politiehonden, Jeroen namens STH en Edwin namens de lokale ploegen bespraken de knelpunten. Edwin: “We deelden welke woningen wij middels het redvoertuig op zicht hadden gecheckt en wat er nog doorzocht moest worden. Daarop besloten we dat STH moest doorrijden naar incidentlocatie. De instorting was groot genoeg, instabiel en we hadden een paar blinde vlekken.” Jeroen vult aan: “Het STH heeft specialisten om de plaatselijke brandweer te ondersteunen, we nemen het incident niet over. De verkenning in en rond het pand werden dus samen gedaan met de lokale ploegen om kennis uit te wisselen en taken te verdelen. Zo konden we het incident verder afpellen en de situatie stabiel maken.”
Verkennen in het pand
Eén van de knelpunten was dat het onbekend was of er nog een slachtoffer onder het puin lag. Jeroen: “Niet iedereen was nog terecht op basis van de inschrijvingen van bewoners in het pand. Het gebouw moest dus verder verkend worden, maar in de muren zaten scheuren, de achterzijde van het pand was weggeblazen en de bovenste verdieping stond op kantelen. Samen met de politiehonden, die op levende mensen kunnen ruiken, zijn we in het voor ons veilige gedeelte gestart en troffen niemand aan. Daarna stabiliseerde STH het trappenhuis om daarna de zoekhonden samen met de lokale brandweer het doorzoeken van het pand te laten afronden. Als teamleider STH sloot ik op verzoek van Edwin bij het laatste CoPI overleg aan en vertelde daar hoe we tegen het pand aan keken met als doel om het pand zo veilig mogelijk achter te laten voor de nacht. Daarom werd besloten dat het hele pand verboden gebied was vanwege de onveiligheid. De locatie werd overgedragen aan de politie als Plaats Delict. De volgende ochtend kwamen de experts erbij.”
Samenwerken en reflecteren
Hoe kijken beiden terug op het incident? Jeroen: “Dit incident had een andere intensiteit dan eerdere incidenten waarbij daadwerkelijk bewoners bekneld waren onder de instorting, zoals in Coevorden. Daar wisten we al zeker dat daar iemand lag. We hebben wel zwaardere spullen bij ons en zijn aanvullend getraind. We zijn ook met name de adviseur van de lokale brandweer. Daarom hebben, na de stabilisatie van het trappenhuis door het STH-team, de lokale eenheden de verkenning afgerond. Ze blijven in control van het incident.” Edwin vult aan: “Ik vond het een bijzondere casus. Je bent extra alert op wat er precies is gebeurd. We zijn hier niet dagelijks op getraind. Het wordt na enige tijd een relatief ‘statisch’ incident en dan is het zeker belangrijk om alert te blijven op veiligheid. We hadden tijdens het incident ook ruimte voor reflectie. De volgende dag had ik contact met de bevelvoerders en Jeroen dat het pand gesloopt werd ivm de instabiliteit van het pand. Dat was een bevestiging dat we met elkaar tijdens het incident in de goede film zaten. Mijn eerste samenwerking met het STH is een erg positieve ervaring geweest en ik wil hen via deze weg nogmaals bedanken voor hun inzet.”