Coronatoegangsbewijs: een gezamenlijke verantwoordelijkheid
De coronamaatregelen versoepelen vanaf 25 september verder, maar nog wel mét de inzet van een coronatoegangsbewijs. De burgemeesters van IJsselland voeren volop gesprekken met de horeca. Over hoe we vanuit ieders eigen verantwoordelijkheden elkaar kunnen helpen bij de landelijke regels en dan specifiek over het coronatoegangsbewijs.
Tijdens deze coronapandemie doen we een beroep op ieders eigen verantwoordelijkheid. Dat geldt nu ook weer voor de nieuwe regels in de horeca; de anderhalve meter wordt losgelaten, om 00.00 uur sluit de horeca en bezoekers moeten een coronatoegangsbewijs tonen. Het naleven van deze regels is een verantwoordelijkheid van de bezoekers zelf, het toetsen hiervan is de verantwoordelijkheid van de ondernemers, instellingen en verenigingen. De gemeenten houden toezicht en handhaven bij excessen waarbij de politie hen ondersteunt en zelf ook handhavend optreedt.
Met begrip voor elkaar
Peter Snijders, voorzitter Veiligheidsregio IJsselland: ”De gesprekken die we in onze regio voeren met de horeca zijn vooral constructief van aard, uitzonderingen daargelaten. Dat is zoals het hier in IJsselland rondom de coronamaatregelen over het algemeen gaat: we zoeken de verbinding met elkaar en zorgen samen voor een goede invulling van de landelijke regels. Met begrip voor elkaar, want ook wij als burgemeesters zien dat dit wel weer echt een extra opgave is voor de horeca. We kijken dus lokaal op welke manier de horeca geholpen kan worden met de toetsing van het coronatoegangsbewijs en de andere regels. Vanwege de diversiteit in de horeca is de behoefte aan hulp ook verschillend, variërend van een polsbandjessysteem, hosts tot extra beveiliging.
We zien dat de meeste ondernemers zelf aangeven dat ze een veilige omgeving voor hun bezoekers willen realiseren. Ze willen de landelijke regels dus zelf opvolgen, omdat ze er bij gebaat zijn dat deze vervolgstappen zo veilig mogelijk gebeuren. Deze maatregelen moeten er tenslotte voor zorgen dat de samenleving verder open gaat zonder dat de druk op de zorg verder toeneemt. Toezicht en handhaving gaat zich voornamelijk richten op het opzettelijk en herhaaldelijk niet naleven van de controleplicht. De gemeente zal dan bij excessen bestuurlijk optreden om de naleving te bevorderen. Deze werkwijze gaat uit van vertrouwen en doet recht aan de inspanningen die het overgrote deel van de ondernemers en instellingen doet om de maatregelen na te leven. Daar waar het niet goed gaat, wordt de verantwoordelijke aangesproken en waar nodig wordt er gehandhaafd.”