Een verbod zou het oude sentiment in de kaart hebben gespeeld
Middenin de tweede coronagolf besloot het bestuur van Kampen carbidschieten tijdens de jaarwisseling toe te staan. Een kwetsbaar besluit dat mede dankzij de inzet van de schutters goed uitpakte. Op het politiebureau van Kampen blikken politiechef Johan Ekkel en (inmiddels) oud-burgemeester Bort Koelewijn terug.
Toen Bort Koelewijn in september 2021 na twaalf jaar afzwaaide als burgemeester van Kampen klonk er een aantal doffe saluutschoten. Deksels vlogen van melkbussen, afgeremd door vastgeknoopte oude broeken. Zo gaat dat in Kampen. Bort kijkt er met genoegen op terug: ‘Het deed me goed. Het is niet voor niets dat het Schuttersgilde met een man of tien aanwezig was bij mijn afscheid. We hebben een band opgebouwd de afgelopen jaren. Dat ga ik missen.’
Kampen en carbidschieten horen bij elkaar.
De oudejaarstraditie, inmiddels cultureel erfgoed, gaat terug naar het begin van de twintigste eeuw. Politiechef Johan Ekkel weet er alles van. Of althans, bijna alles.
Samen met zijn neef Jonn van Zuthem schrijft hij een boek over de jaarwisseling in Kampen, dat in 2022 verschijnt. Het onderzoek is nog bezig. Johan: ‘Het is altijd een kat-en-muisspel geweest tussen de carbidschieters en de politie. Al in de jaren dertig zagen we de eerste relletjes op de Sint Nicolaasdijk. Het melkbusschieten is groot geworden omdat het sensatie gaf.’ Vrijwel meteen na zijn aanstelling als burgemeester in 2009 werd Bort benaderd door bewoners van de wijk Brunnepe. ‘Ze klaagden over het vele geschiet,’ blikt hij terug. ‘In oktober al, zo vroeg begon het dus. De wijkagent ging het gesprek aan met de schutters, maar dat had weinig effect. Hij vertelde me: “Als ik de schutters overdag spreek zijn het redelijke mensen, maar ‘s avonds zijn ze totaal van mij vervreemd. Ik heb er geen vat op.”
Richting de kerst liep het uit de hand
Het was of hard erop of met de buurt in gesprek.’ In samenspraak met de politie koos Bort voor het laatste. Er werd een avond georganiseerd in het buurthuis, die goed werd bezocht dankzij de inzet van jongerenwerkers en de medewerking van vooraanstaande inwoners.
‘Daar heb ik het volgende gezegd: “Ik wil dat jullie je aan regels gaan houden. Het dag en nacht schieten is vanaf nu voorbij. Jullie mogen schieten in de week voor oud en nieuw, van zes tot tien uur ‘s avonds. Daarmee stel ik me kwetsbaar op, want ik handel in strijd met de regels. Maar als we deze afspraak kunnen maken, wil ik er voor gaan.” Ze gingen akkoord en dankzij de medewerking van wijkagenten werden het geen loze beloftes. Dat jaar was ik iedere avond ter plekke in de week voor oud en nieuw. Ik wilde met eigen ogen zien dat de melkbussen na tien uur achter de voordeur gingen.’ Sindsdien voeren het bestuur van Kampen en de politie gesprekken met schutters. Johan: ‘Het sentiment dat een knokpartijtje met de politie onderdeel is van oudjaarsavond is inmiddels verdwenen. De uitdaging was om het carbidschieten terug te brengen naar een evenementachtige sfeer. Reguleren dus. Zo is het lang niet geweest. Het was gedogen of verbieden. Optreden of laten gaan. In de afgelopen elf jaar hebben we een band opgebouwd met de schutters, er is zelfs een schuttersgilde opgericht waarmee we voortdurend in gesprek zijn.’
Vergrootglas op Kampen
Daarmee komen we bij het besluit van het bestuur van Kampen om het carbidschieten door te laten gaan tijdens de jaarwisseling van 2020, middenin de tweede coronagolf. Bort: ‘Onze prioriteit was niet om het carbidschieten door te laten gaan, we wilden de verspreiding van het covidvirus tot een minimum beperken.
Maar met een landelijk verbod, waar in eerste instantie sprake van was, zouden we het oude sentiment in de kaart spelen. Dat was een zekerheid. Er zou hoe dan ook met melkbussen geschoten worden, daarvoor zit deze traditie te diep geworteld in de gemeenschap. De vraag was dan alleen in welke hoedanigheid.’
Johan en Bort noemen de jarenlange investeringen ‘een grote winst’. Rebelse jongeren waren volwassen geworden en het schuttersgilde zag zelf ook in dat er risico’s kleefden aan een ongecontroleerde jaarwisseling. Johan: ‘Net als wij kennen ze de gevoeligheden. Zij vroegen aan ons: “Hoe kunnen we er met elkaar voor zorgen dat het binnen de perken blijft? We willen het op een goede manier regelen.” Met die houding konden we in overleg.’
In de weken voor de jaarwisseling werd druk vergaderd. Wat was wijsheid? Durfde Kampen het, de schutters ruimte geven om daarmee de verspreiding van het coronavirus gecontroleerd te beperken? Bort: ‘Het was veel werk, dat hebben we zwaar onderschat.’ Johan: ‘In Zwolle was het verboden. Er lag een vergrootglas op Kampen. Als het mis ging zou het besluit zich tegen ons keren. Het Schuttersgilde begreep dat en werkte voortreffelijk mee.’ Bort: ‘Wat heet, in de dagen voor de jaarwisseling zat een afvaardiging van het schuttersgilde op het stadhuis om alles geregeld te krijgen. Samen hebben we een topprestatie geleverd.’
Steun van collega’s
De voormalig burgemeester benadrukt dat het niet had gekund zonder steun van collega’s in de regio: ‘Ik ben dankbaar voor de ontvankelijkheid bij collegabestuurders in de regio IJsselland. Op basis van ons verhaal en de steun die we kregen schreef Arjan Mengerink, directeur van Veiligheidsregio IJsselland, een beleidsvoorstel dat het haalde in het landelijk Veiligheidsberaad. Dus er kwam geen landelijk verbod. De strekking van het verhaal: een verbod leidt juist tot méér geschiet. Dat klinkt tegenstrijdig, maar wie de geschiedenis kent, snapt het.
Een rustige jaarwisseling
In samenspraak met het gilde en de politie kwam het bestuur van Kampen tot de volgende opzet: het schieten werd beperkt tot vijftig plekken. Op de plekken werden verantwoordelijken aangewezen, die het aanspreekpunt waren voor de politie. Er gold een registratieplicht om groepsvorming te voorkomen. Vuur en drank waren verboden.
Bort: ‘Zonder de investeringen in de jaren ervoor hadden we dit nooit voor elkaar gekregen. Nooit wilde iemand verantwoordelijk zijn op een schietlocatie. En zowel vuur als drank verbieden was in normale omstandigheden te veel in een keer geweest.’ Johan: ‘2020 was een van de rustigste jaarwisselingen die ik me kan herinneren. Los van een aantal gebruikelijke meldingen is er niets noemenswaardigs gebeurd. Ik had overdag dienst en heb de jaarwisseling in familiekring gevierd. Of ik nog geschoten heb? Nee, dat doe ik niet. Als het misgaat kun je het verhaal wel uittekenen.’
En Bort? ‘Ik heb diverse locaties bezocht en net als Johan niet geschoten, ondanks de vele verzoeken die ik kreeg om melkbussen aan te steken. Waarom? De wens blijft om niet te schieten. Wat we hebben gedaan was een vorm van gedogen. Daar wilde ik niet mee pronken, het zou een verkeerd voorbeeld zijn. Trots was ik wel. In de 3e Ebbingestraat bij het monument kwam een dame naar me toe die me omhelsde en me een kus op de wang gaf. Omdat ze zo blij was dat ze mocht schieten. Het was in strijd met alles, maar een mooi gebaar. Ik ben blij dat er geen foto’s van zijn…’
Helemaal zonder risico’s was de operatie niet, beaamt Bort. ‘Stel dat er een covid-brandhaard was ontstaan in Kampen. In de dagen na de jaarwisseling heb ik steeds naar de cijfers gekeken. Maar een piek bleef uit. Het was een enorme geruststelling. Het had ook anders kunnen lopen, want het gedrag van mensen is altijd maar beperkt beïnvloedbaar.’
Eén bewoner diende een klacht in tegen de burgemeester vanwege de gemaakte keuze om het carbidschieten door te laten gaan. Bort: ‘Ik ben met die bewoner in gesprek gegaan en heb onze overwegingen toegelicht. Diegene bleef het met mij oneens. Dat mag. De klacht ligt inmiddels bij de provinciale ombudsman.’
‘Het is niet af’
Over de toekomst van het carbidschieten zijn Johan en Bort eensgezind: het gesprek moet doorgaan. Laatstgenoemde: ‘Mijn zorg is, en dat zeg ik als burgemeester buiten dienst, dat het gemeentebestuur ineens zou zeggen: “En nu is het afgelopen.” In dat geval wordt de politie met een groot probleem opgezadeld. Je wekt de verwachting dat het stopt, maar dat is niet reëel. Het gesprek blijven voeren leidt tot minder overlast, waarmee je automatisch tegemoet komt aan de wensen van de anti-carbidschieters. Sommigen vinden dat ik te weinig heb gedaan voor tegenstanders van het carbid. Maar bij mijn aanstelling werd in Kampen op iedere vierkante centimeter geschoten, al maanden voor de jaarwisseling. Op veel plekken gebeurt het niet meer, er is toezicht en kinderen krijgen les in veilig schieten via het Schuttersgilde. Dat is al met al een enorme verbetering. Ik ben trots op hoe we het hebben aangepakt en blijf het met belangstelling volgen.’
Johan: ‘Hoe het gaat met het alcoholverbod en een registratieplicht komende jaarwisseling weet ik niet, maar schietlocaties en verantwoordelijken per plek houden we in stand. Ik hoop bovendien dat we de grote vuren in goed overleg kunnen beperken.’ En de verdere toekomst? ‘Ik kan me voorstellen dat we het aantal plekken afbouwen. Vijf of zes schietlocaties per wijk is veel, dat kan minder. We bewandelen de weg van de geleidelijkheid.’